Een kabbelend watervalletje is prachtig in iedere tuin. Hoewel het misschien uitziet als een bouwwerk voor gevorderden, is het helemaal niet zo lastig om een waterval te maken in je eigen tuin.
Sterker nog, je hebt niet eens een hele grote tuin nodig voor een stroompje of watervalletje. Woonlust helpt je in een aantal stappen een rustgevende waterval te creëren in jouw eigen tuin.
1. De vormgeving
De eerste stap van een waterval is het uitdenken van de vorm van de waterval. Bekijk hoeveel ruimte je hebt en welke vorm hier het beste bijpast. Het liefst kies je voor een vorm waarbij het water niet een groot stuk valt, maar als een stroompje omlaag gaat.
Dit voorkomt dat je veel water verliest door het spetten en regelmatig het water moet aanvullen. Probeer aan een vorm te denken waarbij het water stapsgewijs omlaag stroomt. Het liefst voeg je hier ook een bocht toe, maar mocht de ruimte dit niet toelaten, dan kan een recht stroompje uiteraard ook.
Probeer te bedenken hoe hoog de waterval moet komen, zodat je weet hoeveel materiaal je moet aanschaffen.
2. Materiaal: vooral steen
Het makkelijkste is om te kiezen voor stenen in je waterval. Hoewel een echte rivier of stroom natuurlijk een oever van aarde heeft, is dit bij een kunstmatig watervalletje vaak niet haalbaar. De aarde stroomt weg en het water wordt donker.
Kies voor mooie stenen van een redelijk formaat. Daarnaast is het goed om grind te kopen dat de bodem kan vormen en de stenen op zijn plek houdt. Ook heb je zeil nodig dat ervoor zorgt dat het water niet wegzakt in de bodem.
Je bouwt de waterval als volgt op: zeil, grind en vervolgens stenen. Met het grind kun je al het stroompje afbakenen. Met de grotere stenen hou je dit op zijn plek.
3. Waterdicht
Het zeil moet ervoor zorgen dat de waterval waterdicht is. Zorg voor een redelijk diepe geul, omdat je volume gaat inleveren met grind en stenen. Is de geul niet diep genoeg, dan hou je geen goede stroom over en kan het water overal heen.
Aan de onderzijde van de waterval moet het liefst een gat gegraven worden met hierin een plastic kuip. Je kunt deze special voor water kopen, of gewoon een waterdichte plantenbak gebruiken.
4. Pomp
In de waterbak wordt een pomp geplaatst. Deze pomp gaat het water weer naar de bovenkant van de waterval pompen.
De kracht van de pomp is afhankelijk van het hoogteverschil. Hoe groter het verschil, hoe krachtiger de pomp moet zijn.
Sommige pompen zijn verstelbaar in kracht. Is dit het geval, dan kun je beter een iets sterkere pomp kopen. Mocht de stroomt te sterk zijn, dan zet je de kracht wat lager. Een te zwakke pomp kan niet opgelost worden: je krijgt het water simpelweg niet terug naar het begin.
Aan de pomp wordt een slang geplaatst die naar boven gaat. Werk deze zo goed mogelijk weg om een natuurlijk ogende waterval te creëren. Je kunt de uitgang van de slang bijvoorbeeld verstoppen in een plantenpot met een gat in de bodem waar de slang naar binnen gaat.
5. Testen en afwerking
Voordat je begint met de afwerking, moet je goed testen of het water goed loopt. Het kan even duren voordat je de waterval op zo’n manier heb ingericht dat het water stroomt zoals je wilt en je weinig of geen water verliest.
Het is belangrijk om hier goed de tijd voor te nemen. Loopt er wat water weg, dan zit je als snel met een lege waterval. Zonde, en ook slecht voor de pomp.
Loopt het water netjes naar beneden en heb je geen verlies, dan kun je starten met de afwerking. Sommige planten en grassen groeien prima op grind en kunnen zo mooi geplaatst worden op de waterval.
Gelukt? Veel plezier met je gloednieuwe waterval!